Gedenkschrift bij het 50-jarig bestaan van den Frieschen IJsbond 1886-1936, alsmede iets over hardrijders en hardrijdsters in vroeger en later jaren
Dec. ie Berlikum ƒ 60— (2de prijs). Eerste weid hier Mej. G. Bijlsma te Eernewoude, 3de Mej. Sj. Bouma, 4de Mej. J. Miedema van Britsum.
21 Dec. '35 won Mej. Feitsma te Hardegarijp in klasse A, 6 deelneemsters den tweeden prijs. Marie v. d. Duim De Groot werd eerste.
Otschoon het onze gewoonte niet is opmerkingen te maken, willen we het voor dit uitzonderlijke geval toch niet nalaten, alleen omdat we hier met een zoo jonge ijsster hebben te doen, die veel voor de toekomst op ijssportgebied belooft te worden : Pietje onthoude zich op haar jeugdigen leeftijd van deelneming aan wedstrijden, waarbij ze eenige malen op denzelfden wedstrijd zware partners zal moeten verslaan. Ze zou te veel van haar jonge krachten moeten vergen en voor de toekomst alles bederven. Dag aan dag aan zware wedstrijden deelnemen gaat niet op.
Piptip maakt zelf de opmerking, dat ze
liever op schot dan op tel weggaat. Haar starten wordt steeds veel beter en ze vindt het fijn als gedurende den wedstrijd een aparte baan is gereserveerd voor de hardrijdsters.
Haar grootvader Age Feitsma van Deinum was in de jaren 1865 en 1866 een snelle rijder, terwijl ook een broer van Pietje, Age, geb. 1901, vertrokken naar Amerika, in 1918 reeds prijzen won. Zie voor Ids Schaap, Lieuwe en Jacob Riemersma, archief Friesche Ijsbond.
ONZE VOORZITTERS OP DE WEDSTRIJDBAAN.
Tot besluit van deze bijzonderheden uit de geschiedenis van het wedstrijdwezen op de Friesche ijsbanen nog iets over de voorzitters van den Frieschen IJsbond. Zij zijn alle drie in hun tijd uitstekende rijders geweest; doch de eerste voorzitter, wijlen de heer S. H. Hijlkema, gevoelde geen roeping om aan wedstrijden mee te doen. De tweede voorzitter, onze tegenwoordige eerepresident, Mr. C. Beekhuis Sr., won den 3den Januari 1887 den prijs bij de rijderij welke de vereeniging „IJsclub Leeuwarden" bij de opening van haar nieuwe baan achter de Bleekerstraat had uitgeschreven.
Er had zich voor dien wedstrijd een oneven aantal rijders ingeschreven; teneinde het getal even te maken, oordeelde de commissie van aangifte het gewenscht, da» zich nog een van haar
ritut rtiii/wA op 15-jarigen leeftijd.