Gedenkschrift bij het 50-jarig bestaan van den Frieschen IJsbond 1886-1936, alsmede iets over hardrijders en hardrijdsters in vroeger en later jaren

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

plaatste op eigen houtje nog eenige namen op de lijst, waartegen

de Friezen en ook Kier Dijkhuis protesteerden.

Als protest zouden ze één „loop" doen en verder niet meer

meerijden.

Toen Kier Dijkstra zag, dat de Friezen allen ophielden, brak hij zijn woord en reed wel.

Dit zette heet bloed.

Den volgenden dag zou in Haren gereden worden. Ook Kier Dijkhuis prijkte op de lijst. Al spoedig bleven maar een 6-tal over. Baarda en Dijkhuis moesten rijden. Voor den wind won Baarda gemakkelijk. Tegen de wind had Kier de lijbaan en Jan de windbaan. En met het vaste voornemen Kier te verslaan, zette Jan alles er bij en reeds op de helft van de baan moest Dijkhuis krimp geven. Een paar dagen later werd in Winschoten gereden. Ook nu bleven al spoedig de 6 beste rijders over, w.o. Jan Baarda en Kier Dijkhuis. Ook nu moest Kier het onderspit delven. Thans zag Dijkhuis wel in, dat een Fries niet met zich laat spotten en uit den grond van zijn hart beleed hij, nooit weer een Fries te zullen bedriegen. In denzelfden winter van 1912 wist Baarda 10 dagen achter elkaar den eersten prijs te behalen.

15 Jan. 1914 stonden bij Thialf 14 rijders ingeschreven. No. 1 werd J. Baarda, Blessum, ƒ 60.—; 2. A. Poepjes, Lemmer ƒ 30.—; 3. L. J. Poepjes, Lemmer ƒ 15.—; 4 J. Coehoorn, Lemmer ƒ 10.—; 5. C. de Jong, Leeuwarden ƒ 5.—.

28 Januari 1917 won Baarda te Rijperkerk een medaille, die was aangeboden door H.M. de Koningin, terwijl hij 23 Dec. 1917 een medaille had ontvangen van de Vereeniging voor Vreemdelingen Verkeer te Oudkerk voor den snelsten rit.

Baanlengte 160 M. in 13.2 sec.

Dat beteekenf dus, dat een uur gaans met dezelfde snelheid zou worden afgelegd in 8.8 min. of per uur 37.8 K.M. Als bijzonderheid deelde Baarda me nog mee, dat deze snelheid in den genoemden tijd werd afgelegd bij tegenwind. In denzelfden winter van 1917 wist Baarda ƒ 960.— schoon geld over te houden.

Verder bezat de heer Baarda nog een speldje aan een lichtblauw lint, dat hem was aangeboden door de ijsclub Dokkum. Dit speldje geeft hem steeds vrijen toegang tot de banen en prijsuitdeelingen van genoemde ijsclub.

Blijkbaar schijnt hardrijden wel een familie eigenschap te wezen. De grootmoeder van Baarda was een zeer snelle rijdster, terwijl ook zijn 12-jarig zoontje reeds prijsjes won. Baarda zelf is de schoonzoon van Hette van der Meer. (Zie aldaar).

Marten Slager, geboren 31 Juli 1893 te Wolvega.

Op de bekende hardrijderij van jongens Klein Thialf te Heeerenveen werd Slager 2 maal derde. Op 24 Jan. 1909 won hij te Ter Idzard, als eersien prijs een zilveren horloge.