Gedenkschrift bij het 50-jarig bestaan van den Frieschen IJsbond 1886-1936, alsmede iets over hardrijders en hardrijdsters in vroeger en later jaren

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    Nes den ek brüst sa 't Frysk bloed, as op redens;

    Wier 't net sonf ieuwen üs eare en üs rom ?

    liskennings hawwe dy for üs bifochten;

    Hjoeddeiske Friezen, link jimme dêrom !

    Longerjend loerf min op jimm' üf de fierte;

    Dear fen üs folk to forliezen, ho 'n griis !

    Rêd jimme namme, bihêld for de neiteem Hwet iens üs affaers bifochten op 't iis !

    W. K. van Workum weef nog meerdere hardrijders te noemen o.a. Jan Bokma, geb. 1804 te Workum. Hij reed tusschen de jaren 1826 en 1833 het snelst. Hij was kooiboer te Piaam en woonde in 1888 nog te Workum. In zijn bezit was een gouden horloge, gewonnen te Makkum. De laatste rit, die hij reed, kwam hij over de eindstreep met zijn eene schaats in de hand: het toonleer was gebroken.

    De heeren, waarmee bedoeld zullen zijn de organisators der rijderij, gaven hem boven het horloge nog een goudstuk voor zijn mooi rijden. In 1844 reed hij nog mede te Sneek. 32 rijders waren uitgenoodigd. Afschrift van deze lijst wordt bewaard in 't archief v. d. Frieschen IJsbond.

    Dirk v. d. Wal wist ook 13 en 14 Febr. 1838 bij een wedstrijd op de Zuiderzee te Workum, waaraan 64 personen deelnamen, te winnen (prijs zilveren tabaksdoos); de premie, een zilveren lepel en vork, werd gewonnen door Klaas Althuisius van Workum Ook noemt W. K. nog Dirk v. d. Wal, geb. 1814, die in 1838 te Hindeloopen wist te winnen van 64 rijders en verder nog vele prijzen en premies won. Ook Freerk Ultsjes werd door hem verslagen. Deze won de premie. Dan nog Halbe Huitema van Hommerts.

    O k k e v. d. W a I van Workum, de jongere broer van Dirk reed in 1847 mede te Leeuwarden als een van de 32 uitgenoodigde hardrijders. Hij moest toen 5 ritten doen tegen Oene de Vos, waarvan hij één rit won, de andere 4 waren kamp.

    De heeren van 't bestuur vonden het toen welletjes. Er werd maar geraden en tot zijn spijt verloor Okke, die een goudstuk ontving. 5 Jan. 1848 won Okke den prijs te Sneek en 7 Jan. 1848 de premie te Bolsward.

    Uilke Brinksma, die den grooten prijs te Dokkum had gewonnen, moest het in Bolsward tegen Okke laten zitten. Johannesde Vries van Langweer won hier den prijs. Ook Wiebe de Vries en Melle Castelein werden te Sneek door Okke verslagen. Eenigen tijd later moest Okke tegen K n o b b e rijden. Tegen de wind won hij en Knobbe, die volgens W. K. een „Bovenlander" was, zei tegen Okke: ,,Du kannst schnell reiten, Kleine; du solist den Preis kriegen". Met den wind in den rug moest hij evenwel tegen den Duitscher verliezen.

    Ook van mannen en vrouwen won Okke menigen prijs.

    Zoo won hij in Sneek in 1865 den prijs ven ƒ 150.— met