De krant door alle tijden

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    en de pakketten kranten aan de hand van een spoorwegtableau gereedmaakte voor de vertrekkende treinen; dit alles spreekt tegenwoordig vanzelf, maar de vroegere kranten met haar kleine oplagen kenden een dergelijke organisatie niet. Na het Dreyfus-proces, waarin de „Petit Parisien" zich had beperkt tot neutrale berichtgeving, de „Petit Journal" zich echter heftig tegen de revisie had gekant, werd de voorsprong van de „Petit Parisien" steeds grooter. In 1905 overschreed de „Petit Parisien" als eerste blad van de wereld met zijn oplage het getal van een millioen exemplaren. In 1935 werd zijn oplage geschat op 1.170.000. Dit cijfer is bij een dergelijk op straat verkocht blad aan sterke schommelingen onderhevig. Enkele jaren tevoren, toen de wereldcrisis nog weinig voelbaar was, heeft het blad van tijd tot tijd op Zondag ook wel de twee millioen bereikt, terwijl een werkdag toen wellicht slechts anderhalf millioen opleverde.

    De perswet van 1881 vormt een mijlpaal in de geschiedenis van het Fransche krantenwezen. De wet, die tegenwoordig nog van kracht is en slechts door eenige aanvullende wetten op speciale punten is uitgebreid, verzekert den kranten een vérgaande vrijheid. Zelfs de invoer van een buitenlandsche krant mag slechts bij besluit van den geheelen ministerraad duurzaam worden verboden. In deze periode na 1881 begint nu de Amerikaansche pers tot voorbeeld te strekken bij het oprichten van nieuwe kranten in Europa, waar men zich tot dusverre veelal aan het Fransche model had gehouden. Dit was ook het geval in Frankrijk zelf. De Amerikaan A. Charles Edwards richt in 1884 te Parijs „Le Matin" op. Hij laat de hoofdartikelen afwisselend door twee politici van rechtsch en twee van linksch schrijven. Toch blijkt deze poging om een boven de partijen staande tribune op te richten, minder gelukkig geslaagd en van minder duurzame uitwerking dan bij de Brusselsche „Soir". Naar Amerikaansche methode wordt het nieuws als het belangrijkste op de eerste bladzijden geplaatst en door groote opschriften en korte zinnen onder de aandacht gebracht. Als eerste blad in Frankrijk gebruikt de „Matin" het bij de Amerikanen algemeen in zwang zijnde interview. Maar de opkomst van het blad vordert slechts met moeite. In 1896 wordt het door Maurice Bunau-Varilla, aangekocht en nu gaat het snel opwaarts. De aanzienlijke geldmiddelen, die voortaan ter beschikking staan, worden gebruikt, om den prijs eveneens te verlagen tot een sou. Met de Londensche „Times" wordt een overeenkomst gesloten over deelneming aan den berichtendienst. De omvang van het nummer wordt vastgesteld op zes bladzijden. Omstreeks 1902 hebben de meeste groote dagbladen in Parijs hetzelfde aantal pagina's en denzelfden prijs ingevoerd.

    In 1900 bedroeg de oplage van de „Matin" nauwelijks 80.000 exemplaren. In 1913 bereikte zij het millioen. In het jaar 1935, in den tijd van de groote crisis bedroeg zij volgens opgave van