Het Nederlandse straatlied.
Doe slechts een gieep in 't volle mensenleven En waar gij 't pakt, daar hebt gij poëzie
zong een onbekende rijmer en hij of zij schreef een waarheid voor alle tijden en mensen.
Er wordt ons wel eens diets gemaakt, dat kunst alleen te vinden is, waar de individueelste mens zijn meest individuele expressie heeft gegeven, en de opperste, meest verfijnde kunst eigenlijk alleen door een honderdste of een duizendste procent van ons te genieten is; — ik laat deze arrogantie graag voor wat ze is
Poëzie is een wonderlijk ding. Wanneer men tamelijk geregeld de kunstrecensies leest in de grote pers, dan duizelt het ons vaak. Het is al Rilke of Gide wat de klok slaat en zonder deze grote buitenlanders iets te, na te komen, vragen wij ons af, wat zij met onze Néderlandse vers- of prozakunst te maken hebben. Natuurlijk zijn we niet zo chauvinistisch om niet te kunnen waarderen, zelfs te bewonderen, wat een denker of dichter van vreemde bodem ons schenkt, natuurlijk, maar.... het is alsof we reizen: we genieten, we zien andere luchten, valleien, we halen een scherpe helling, zonder dat het water in de koeler gaat koken, we overzien het meer van Genève, met al zijn schoons rondom, als een ongekend panorama en.... gaan verder. We spiegelen ons in de Zuidelijke zon, we genieten van blauwe forellen en bier met braadworst, en in een pauze op de Römerberg te Frankfurt bij een openluchtspel verorberen we brood met worstjes en
senf, we drinken appelwijn bij Heijland, maar als we
dan weer door ons eigen land komen, met zijn prachtige bomen, zijn weelderige landschappen, zijn machtige wolken-