Hitler, hervormer of misdadiger?

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    De vorenstaande beschouwingen over het thans heerschende regime in Duitschland zullen, naar wij mogen veronderstellen, ertoe bijdragen om de overtuiging bij te brengen, dat Hider en de zijnen een dreigend gevaar zijn voor onze samenleving.

    Indien vlak aan de grens een besmettelijke ziekte zou uitbreken, dan zouden de autoriteiten onmiddellijk maatregelen nemen, om te voorkomen, dat wij daardoor werden aangetast; maar hier hebben wij iets van veel ernstiger aard. Het betreft hier een geestesgesteldheid veel erger dan pest, pokken en cholera tezamen en het spreekt vanzelf, dat wij allen, stuk voor stuk, moeten medewerken om te voorkomen, dat de bewoners van ons land worden geïnfecteerd.

    Het is onmogelijk, dat de wereld, zoolang er tenminste nog eenig gevoel van rechtvaardigheid bestaat, in deze gruwelijke toestanden zal berusten en naar onze meening moeten de strengste maatregelen genomen worden om de Duitsche regeerders aan het verstand te brengen, dat deZe schandelijke, menschonteerende toestanden niet langer geduld worden.

    Het is een pubhek geheim, dat de Duitschers telkens andere middelen vinden om het buitenland en vooral Nederland op groote schaal te bestelen ; feitelijk is de toestand zoo, dat de mishandelingen van joden, socialisten en pacifisten en de enorme uitgaven voor uniformen, kanonnen, geweren, munitie en voor de militaire opleiding der Duitschers betaald worden met het geld van de bestolen crediteuren. Op dezelfde misdadige wijze, waarop folteringen en martelingen van regeeringswege goedgekeurd en aangemoedigd worden, met dezelfde afwezigheid van moraliteit onttrekken de Duitschers zich aan hun verphehtingen tegenover hun schuldeischers en zij besteden het aan anderen toebehoorend geld om daarmee de propaganda van hun beestachtige gruwelen te betalen.

    Duitschland doet een aanslag op onze beschaving ; het ondermijnt het gebouw onzer samenleving ; de Duitschers graven, behalve hun eigen graf, ook dat van de geheele menschheid. Het is onduldbaar, dat in het hart van Europa zich een groot land bevindt, met een regeering, die uit boosdoeners gevormd is.

    Hider en zijn volgelingen — daarop komt de toestand in Duitschland ten slotte neer — doen zich voor als hervormers, maar zij zijn de gemeenste misdadigers in het groot, die de wereld ooit gekend heeft.

    De dolle honden, die thans in Duitschland regeeren, heb-