Historiese grammatika van het Nederlands

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

b.v. hane > haan, Deze apokope is in 't hollands al voor de tijd kort na 1300 te bewijzen; vormen als son, maen vindt men reeds in~Utrechtse mss. (Natuurkunde des Heelals, Traktaat van broeder Thomas) uit het begin van de 14de eeuw. Ook in 't brabants en limburgs viel de -o af; daarentegen niet in 't vlaams, waar de -» tot nu toe bewaard is.

Voorts is de -n na 3 in de westelike en zuidelike streken geapokopeerd (behalve vaak vóór klinkers, b.v. tevenentwintig, haken en oge, geven en neme; in de brieven van Huygens' zusters soms zelfs ook in dit geval: spele of singe); dus b.v. lopen > *lopè > lope (vgl. b.v. bij Hooft rijmen als: ick jaghe: de haghen); nog kan men als rest van de oude nasaal-vokaal in 't minder beschaafde spreken meermalen een gerekte en iets meer dan normaal geaksentueerde o horen. De apokoperingslyn loopt van 't zuidoosten naar 't noordwesten, met Nijkerk als eindpunt; hij sluit aan bij de Duitse lijn, die, van Coblenz af ongeveer de Rijn volgend, op ons land afloopt: westelik van deze lijn make, oostelik ervan mak0i. Zij, die uit saks. streken afkomstig zijn, spreken, ook bij gebruik van 't Algemeen Beschaafd, een nasaalvokaal, b.v.ldtn, loopm; vrouwri, mann. In 't fri. daarentegen moet men de w.WjScherp scheiden van de znw., daar in eerstgenoemde kategorie de -n reeds in 't ofri. was verdwenen; vandaar dus b.v. fri. skied), treff», tegenover znw. als boek(e)n, wierhêd(e)n.

Een nauwkeurig onderzoek van de zwakbetoonde uitgangen zou in 't algemeen zeer wenselik zijn. Men zal dan kunnen zien, of voor ons land geldt, wat Wrede voor Duitsland meent te mogen konstateren: „die unbetonten Satzteile, vor allem die Wortendungen, zeigen die konservativsten Grenzen, und diese werden daher bei einer Einteilungskarte der deutschen Dialekte eine wichtige Rolle zu spielen haben".

• 82. Ook de vokalen, die in 't mnl. nog bijtoon hadden, verzwakten vaak verder, ten dele reeds in 't mnl., b.v. -ijn > -•?(«), -*ef ^ ?i> -lijk > -bk enz.; tegenover b.v. -heid, -schap, -zaam, waarop de bijtoon gebleven is. Bij sommige stoffelike bvnw. leidde dit, doordat