Langs de agitatie der afgescheidenen,x) de Aprilbeweging en den schoolstrijd, loopt de lijn van de klassebeweging der kleine burgerij. De eerste dezer bewegingen bad niet alleen een theologischen vorm, maar ook een overwegend kerkdijken inhoud. De reden hiervan ligt, naast de kracht die eene eeuwenoude traditie uitoefende, in de langdurige ekonomische stagnatie die wij hebben geschetst. Door deze stagnatie ontbreken de voorwaarden tot den klassenstrijd. Naarmate tegen het midden der eeuw de middenklasse, dat zijn de kooplieden, het intellekt en allen die tot de gezeten burgerij, maar niet tot de kringen der patriciërs en regeeringsfamiliën behoorden, aan kracht won, spitste zich het konflikt toe tusschen de bovenste, de heerschende fraktie der bourgeoisie, met adel en bureaukratie deelend in de regeermacht, en haar breede k^ag, die tot '48 van allen invloed op de staatsmacht uitgesloten was. De kleine burgerij echter nam aan dien strijd weinig deel. De herhaalde wijzigingen in den regeeringsvorm, meer door tusschenkomst van vreemden tot
l) In de jaren twintig hadden reeds kerkelijke twisten gedreigd, maar de belgische opstand hield het uitbreken ervan tegen. In 1833-34 kwamen verschillende predikanten, waaronder H. P. Scholtef, de Cock van Ulrum fn A. Brummelkamp van Hattem de meest bekende zijn, in botsing met ™n kerkbestuur wegens theologische verschilpunten (uitlegging van de ^«kelijke reglementen, al dan niet verplichte opgave van gezangen, enz.) £•'! werden alle door de kerkelijke autoriteiten geschorst of afgezet. Under de arme lieden trokken zeer velen voor de veroordeelde predikanen heftig partij. De Cock met zijn volgelingen maakten zich in '35 van n! ^rkgebouw te Ulrum met geweld meester; daar werd de eerste onafhankelijke gemeente gesticht; weldra volgden Middelstum, Uithuistermeden, Groningen, enz. In '36 kwam de vereeniging dezer gemeenten u een kerkgenootschap tot stand, dat beweerde de voortzetting der Ned. erv. Kerk te wezen. Intusschen was de regeering, op verzoek der ynode, tegen de „scheurmakers" zeer ruw opgetreden, op vele plaatsen erden hunne bijeenkomsten met geweld uiteen gejaagd en de schuldigen de6' rnkwart'ering gestraft. Na eenige jaren van vervolging, verkregen e afgescheidenen vrijheid van godsdienst-oefening, echter moesten zij e aanspraken op naam. bezittingen enz. der Ned. Hervormde Kerk opgeven.