De Afscheiding in de Nederlandsch Hervormde Kerk der XIXe eeuw

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

En daardoor niet het minst is de Theologische School voor de Kerken der Scheiding ten rijken en onwaardeerbaren zegen geweest.

4. DE STUDIEGANG.

Meer dan één oud-student heeft ons verhaald, hoe hij in den ,,oer-tijd" naar Kampen ging, om daar opgeleid te worden.

Zoo verliet de bakkersleerling W. S. Veltman op een Septembermorgen van het jaar 186.. de ouderlijke woning, en met welgevulde valies, dat hij over zijn paraplu op zijn schouders droeg, aanvaardde hij de voetreis van H. naar de Lemmer, om vandaar met de nachtschuit naar Kampen te gaan. Als hij den volgenden morgen op de IJssel gekomen, de oude Hanzestad voor zich ziet, heeft hij het gevoel van een kruisvaarder, die voor het eerst Jeruzalem aanschouwt. Niet ver van de lange, houten brug, in zijn oogen een mirakel van waterbouwkunst, worden de touwen uitgeworpen, het schip vastgesjord en stapt hij op den vasten wal van Kampen. Een goede vriend haalt hem af en brengt hem naar zijn kosthuis. Daar slaapt hij een gedeelte van den dag en den ganschen nacht, om den volgenden morgen frisch te ontwaken.

Het was een gewichtige dag. Hij moest voor de docenten komen, om zich te laten onderzoeken, of hij wat wist en hoeveel hij wist.

Nu had hij Vader Hellenbroeks Voorbeeld der goddelijke waarheden goed in zijn hoofd. Hij had zelfs Franckens Kern eenmaal van buiten geleerd. Bosscha's Schets der Algemeene Geschiedenis kende hij ook behoorlijk van buiten. Bake's Rudimenta der Latijnsche taal kende hij goed tot de onregelmatige werkwoorden. Ook had hij de Grieksche Grammatica van Dom Seiffen onder de oogen gehad. En de Bruidschat Israëls van den ouden Soetman had hem de Hebreeuwsche letters geleerd. Veltman had dus hoop, dat hij er wel komen zou; maar toch schrikte hem dat onderzoek zóó af, dat zijn moed wel in een notendop te bergen was.

Te tien uur moest hij in de collegezaal zijn.

In de Nieuwstraat te Kampen stond een huis, door niets van een gewoon huls onderscheiden, dan alleen door de somberheid. De verf was smoezehg; donkere kleurlooze gordijnen hingen tot beneden toe. Dit huis moest hij in. Met één stap was hij in de collegezaal, een paar uitgebroken kamers tot één gemaakt. Ze gaf uitzicht op een zoogenaamde

Afscheiding 20