Het Vaticaan

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

Begunstiging van de Kerk door den Staat. — Gevaren daarvan. — Paus en Keizer tegenover de Donatisten. — Tegenover het Arianisme. — Het pausschap onder paus Damasus. — Constantinopel het nieuwe Rome. — De pausen beslissen in vele rechtszaken. — De Paus en de volksverhuizing. — Het kloosterleven in het Westen. — Paus en Keizer tegenover het Nestorianisme. — Pausschap onder Leo den Groote. — De Monophysieten. — De canon van Chalcedon over de voorrechten van den patriarch van Constantinopel. — Leo de Groote tegenover de Hunnen en Vandalen. — Val van het Westersch Romeinsche

Rijk 22-44

Hoofdstuk III.

HET AFNEMEN VAN HET PAUSELIJKE GEZAG IN HET OOSTEN, ZIJN GROEI IN HET WESTEN. VAN HET EINDE DER VIJFDE TOT HET BEGIN DER ACHTSTE EEUW De toestand van Europa omstreeks het jaar 500. — Het Acaciaansch Schisma. — Bekeering van Clovis. — Paus en Keizer tegenover de drie kapittels. — Longobarden m Italië. — Paus Gregorius de Groote. — Zijn houding tegenover de West-Goten en Franken. — De bekeering van Engeland. — Paus en Keizer tegenover het Monotheletisme. — De Honoriuskwestie. — Einde van den invloed van den Oost-Romeinschen Keizer m de Kerk van het Westen 45—59

Hoofdstuk IV.

ONTSTAAN VAN DEN KERKELIJKEN STAAT EN HET WESTERSCHE KEIZERRIJK. DE PAUSEN TEGENOVER DE KAROLINGERS EN EERSTE OPVOLGERS. VAN HET BEGIN DER ACHTSTE TOT HET MIDDEN DER ELFDE EEUW.