£ y
Dit uitstapje echter kon Hippo Een sneeuwschoenen-wedstrijd / volstrekt niet bekoren; stond ook op 't program, ^
„Als 't ijs dan moet zijn" zei hij, En nu oogstte Hippo den
„tot eiken prijs, grootsten lof, //■
Geef mij dan maar liever — ik Omdat hij zoo kranig den /
hou er dol van — heuvel afgleed
Een dubbele portie vanilleijs." Maar 't spelletje liep slechter af r
voor den Prof. '
Maar onze Professor ging vol r
moed er op los, Hij viel onderstboven, de ^
Geen sneeuw en geen ijs, niets beenen omhoog, ,
maakte hem bang, Dat stQnd hem , niet aafi)
En toen hij terugkwam hing Een daarQm zd wj kort '/
aan zijn snavel en goed. /
Een ijskegel, meer dan een Kom Hi laat ons gaan,"
Meter lang. " ^
De hooge gast voor dit zeld- Het water stroomde zijn /^/
zame feit broekspijpen uit, /
Met roem werd overladen; En hinkend ging hij heen,
De ganzen gaven een prachtig De ganzen lachten, en
feest benoemden hem /
Om te eeren zijn heldendaden. Tot Overste-Krukkebeen.
*>■