LEELIJKE — LEVEREN
Uwe offerte geen gebruik maken: \ We are sorry (= We regret) that we cannot avail ourselves of your offer.
leelijke geruchten: ugly rumours.
leen: ter l. geven: to lend. — ter l. vragen: to ask for the loan of. — iets te l, hebben: to have something on loan; to have the loan of something.
leenen aan: to lend to. — l. van: to borrow from. — geld l.: to borrow (= to raise) money. —i De Maatschappij zal moeten l.: the Company will have to raise a loan. —■ het maximum bedrag dat de directie mag l.: the borrowing powers of the Managers.
leener (= geldgever): lender; (= geldopnemer): borrower.
leening: loan *. — op handen zijnde I.en: forthcoming loans. — obliga-
tiet.: aenenture loan. — een l. sluiten: to contract (= to negotiate) a loan.
— een l. uitschrijven: to issue a loan.
— vrijwillige l.: voluntary loan. —■ gedwongen l.: forced loan. — de l. is volteekend: the loan is fully subscribed. — de l. is 9verteekend: the
loan is over-subscribed. leerjongen: apprentice. legalisatie: legalisation. — ter l.: for
legalisation. legaliseeren: to legalise. legitimeeren: zich l.: to prove one's
identity.
leggen: to lay (= to put) aside. — de kiel (van een schip) l.: to set the keel (of a ship). — groote sommen aan iets ten k. I.: to expend (= to spend) large sums on something.
legorder: standing order.
leiden: tot zaken l.: to result in business. — dit zal noodzakelijkerwijze tot verhoogde tarieven l.: this will necessitate increased rates. — de onderhandelingen leidden tot niets: the negotiations feil through. — dit leidt tot niets: this is all to no purpose; this is no good; this won't do. — de zaken l.: to manage the business.
leiding: iemand met de l. belasten: to charge a person with the management of affairs. — de l. der zaak in handen hebben: to have charge of the business. — de l. op zich nemen \
van . ..: to assume charge of... — gas- (water-) l.: gas- (water-) service.
lek: leak. — het schip heeft een l. gekregen : the vessel has sprang a leak.
lekkage: leakage; leaking; allowance for drainage; droppings.
leng: sling.
lengte: length. — in de l.: lengthwise; lengthways. — het heeft een l. van 20 yards: it is 20 yards long; it is 20 yards in length. — l.maat: linear measure.
letten: gelieve er op te l.: please to mind (= to pay attention to) it. — ergens niet op l.: to disregard something.
letteren: Uwe geëerde l.: your esteemed favour; your valued hnes.
leven: een lichaam in het l. roepen: to form (= to organise) a Corporation. — verzekering op het heele l.: whole life insurance. — l. van (boven) zyn inkomsten: to live within (beyond) one's income. — er is weer wat meer l. in de zaken gekomen: business has become more lively (= more animated = brisker).
levendig: brisk; lively; strong; buoyant; animated; active.
levendigheid in den handel: stir; briskness; buoyancy; animation; liveliness. — Er is meer l. in den handel gekomen: business has become more lively (= more animated = briskerl.
levensbehoeften: prime necessities ; necessaries of life.
levensmiddelen: foodstuffs; provisions.
levensstandaard: een hooge l.: a high Standard of living.
levensverzekering: life insurance. —■ een l. sluiten: to take out a life policy. — l.-Maatschappij: Life Insurance Company; Insurance Office.
leverancier: furnisher; seller; supplier; provider; manufacturer.
leverantie: delivery; supply.
leverbaar: 1) deliverable; to be delivered; li)marketable; merchantable; current.
leveren (= afleveren): to deliver; (= verkoopen) to supply*. — Het zal mij aangenaam zijn van U te mogen vernemen, of U mij deze artikelen kunt l.: I shall be pleased to learn if you can supply (= furnish) me with these articles. — vrij aan boord