64. 1474 September 20.
De officiaal van den aartsdiaken ten Dom te Trajectum admitteert Egidius Wouterus' zoon tot de vaceerende kapelanie in het klooster te Lausdunum, gesticht door Johannes Ommeloop, volgens voordracht van jonkvróuw Beatrice van der Stale, abdis van genoemd klooster en patrones der kapelanie. .
Datum anno Domini millesimo quadringentesimo septuagesimo quarto feria tercia post festum sancti Lamberti.
Oorspr. (Inv. no. 14). Met het dienstzegel van den provisor en deken van Delfland in groene was, dat van den officiaal verloren. N.B. Het stuk is zeer beschadigd, zoodat de aanhef van den brief is aangevuld uit Inv. Ontv. no. 6.
65. 1477 Januari 17.
Egbert Claes de Verwers zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 2 morgen 85% roede land in Monster.
Gescreven opten XVIIen dach in Januario int jair ons Heren dusent vierhondert zes ende tseventich na loop tsHoofs van Hollant.
Oorspr. (Inv. no. 30). Met de zegels van Pieter Geryts zoon, schout van Wateringen, en van Jan Duker in groene was.
66. 1477 December 3.
Schepenen van Monster pachten het klooster van Lausdunen 4 pond 8 schellingen 5 penningen Hollandsch jaarlijks toe, verzekerd op 5 morgen 5 hont land aldaar, wegens achterstallige rente.
Gescreven ende gepacht op den derden dach in December int jaer ons Heren duysent vierhondert seven ende tseventich.
Oorspr. (Inv. no. 55). Het gemeen schepenzegel verloren. N.B. In dorso staat, dat jonkvrouw Lyele Borchgrave deze rente yan het klooster gekocht heeft tegen eenige zielmissen. Het zegel van Beatrix van der Stale, abdis, bedoeld voor het in dorso geschrevene, verloren.
67. 1478 December 11.
Jan Geryts zoon verkoopt aan Arlewijn Vrancken zoon 7% morgen land in Monster in den Pueldijc.
Gescreven opten Xlen dach in Decembry int jaer ons Heren dusent vierhondert acht ende tseventich.
Oorspr. (Inv. no. 30a). Met geschonden zegel van Jan Geryts zoon in groene was.
68. 1480 Maart 1.
Schepenen van Monster oorkonden, dat Katherijn Bartholomees' zoons weduwe in erfhuur heeft gegeven aan Claes Harmans zoon de helft van 6 morgen land tegen 2 pond 5 schellingen jaarlijks, van welk land genoemde Claes de andere helft bezit.
Int jaer ons Heren dusènt vierhondert ende tachtich op den eersten dach in Maerte.
Oorspr. (Inv. no. 60). Het gemeen schepenzegel verloren. Door twee brieven d.d. 1524 April 8 (zie reg. nos. 100 en 1C1) is deze brief vastgemaakt aan dien d.d. 1468 April 6 (zie reg. no. 6.).