Een nieuwe bundel : bloemlezing van Nederlandsche poëzie en proza voor de hoogere klassen van gymnasia, hoogere burgerscholen en voor zelfstudie
JUSTUS VAN EFFEN.
85
mankeeren kost, of haar dogter, gansch niet misgedeeld van verstand, moest die kunst van haar hebben afgezien. In een woord, dat ik niet en twyffelde, of Kobus had wonder wel uit zijn oogen gekeken, en zou een gelukkig man zyn met Agnietje. Wel ik ben van harte bly, dat je zulke goede getuigenis van de Vryster geeft, sprak hier op de goede man. Maar zou je evenwel niet denken, dat de jongelui nog een jaartje of anderhalf behoorden te wagten met trouwen, 't zou nog maar kinderwerk wezen, vrees ik. Neen myn lieve buurman, antwoordde ik, dat is gansch myn gevoelen niet. Diergelyke zaaken moeten niet slepende gehouden worden, zo men geen gevaar wil lopen, van ze door nydigheid, en agterklap te zien vernietigt. Ik zou 'er in uw plaats maar hoe eer hoe liever mee doorgaan. Uw zoon die tot nog toe zedig geleefd heeft, zal nu, na myn gedagten, by Agnietje kunnen brengen, 't geen hy by 't meisje wenscht te vinden, en zekerlyk ook wel vinden zal. Je verstaat me wel, en je zoud niet gelooven hoe veel zulks wederzyds toe brengt tot een standvastige huwelykslief de. Wel hoor, Heer Advocaat, 't zal dan best zyn, dat we 't houwetyk maar ten eerste sluiten; Maar ik moet je iets verzoeken, en dat moetje me niet weigeren, 'k heb tegens morgen middag, Agnietje met haar Moeder te gast genood; Ons Motje zal 'er ook zyn, daar moeten de kinderen thans of morgen een zoet stuivertje van erven, maar daar is beter na ie wagten als na te vasten, want ze ken het 'er, als je weet, wel ontmaken, nou dat's tot daar toe. Myn verzoek zou dan syn dat je mee op de portie woud komen, dan zouwen we eens van de zaak in de grond kunnen praten. Maar ik zeg je van te voren dat je niet getracteert zult worden, wy hebben daar geen kennis van, we zullen een schoone beste ribbe in den ooven laten zetten, en daar zei moeder wat graauw erten by koken en nog eenige wisjewasjes 'er by gereed maken, altyd *) je zult de kost hebben. Deze nodiging stond my wonder wel aan. Ik beloofde dat ik zonder fout op 't bestemde uur t' zynent zou wezen. Ik heb het ook nagekomen, en het my in 't minste niet beklaagt, en indien ik kon gelooven, dat diergelyke onderwerpen u en 't gemeen *) zo aangenaam zyn als my, ik zou, zo dra ik eens legen tyd heb, 't gedrag van 't gansche gezelschap, en inzonderheid van de jonge lui, met zyne natuurlyke kleuren pogen af te malen.
III.
Ante omnia vultus Accessere boni, nee iners pauperque voluntas3).
Ovidius.
Heer Spectator.
Vermids my ter ooren gekoomen is, dat myn' twee stukjes van de burgervryery alle uwe Lezeren, behalven aan die geen' welkers norsche deugd geen lach zig Iaat ontslippen, vry wel aangestaan hebben, zal ik met vrymoedigheid aan myn' belofte voldoen, en 't overige u opdissen. Zonder verdere voorreden vind ik goed
1) altijd, „in elk geval". 2) 't gemeen, „het publiek". 3) Bovenal kwam men mij te gemoet met vriendelijke gezichten en eene niet trage en poovere welwillendheid.