De dochter van den Alpengids

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    129

    opkomende begeerte? De Heere had hem echter bewaard.

    William had niet veel tijd om na te denken, want papa kwam naast hem zitten. Het was den heer Forthwell niet ontgaan, dat Alice weggegaan was.

    „Zoo alleen, William?" vroeg papa.

    „Ja, papa."

    „Maar zooeven zag ik Alice nog bij je." „Zij is weggegaan."

    „Je zegt dat op een toon, alsof je woorden gehad hebt." „Daar vergist ge u in." „Des te beter."

    „Alice denkt anders dan ik en daarom is het beter, dat wij niet teveel met elkander spreken." „Je hebt zeker weer verschil gehad over den godsdienst." „Juist, papa." Meneer Forthwell zuchtte.

    „Waarom heb je altoos je mond vol over den godsdienst?' zei hij.

    „Omdat God het waardig is," antwoordde William.

    ,,'k Heb geen zin om van avond te theologiseeren," zei papa. „Maar ik moet zeggen, dat ik het heel ongepast vind, om op een avond, die voor jou bestemd is, de zaken in de war te sturen."

    De laatste woorden werden zoo luid gesproken, dat mevrouw die in de andere kamer was ervan opschrikte.

    De heele familie was ten slotte blij, dat de gasten vertrokken.

    „Da's eens, maar nooit weer," zei meneer tot mevrouw. „Ik heb er nu genoeg van." „Wat bedoel je toch, man?"

    „Wel, William heeft door zijn theologiseeren weer roet in het eten gedaan. Je begrijpt, dat Alice nu voor goed van alles afziet."

    Alpengids 9