102
liet niet inderdaad een echt menschelijke trek te heeten, zich te willen verheffen ? Wel moeten wij er bijvoegen, dat een gemiddeld mensch het eer belangwekkender zal achten zich in letterlijken zin, dat is lichamelijk, te kunnen verheffen, dan dat hij er naar streven zal zulks geestelijk te verwerkelijken. Maar wie den trek naar het hoogere, in welken zin dan ook opgevat, openbaart en mettemin voelt, dat de top bij slot van rekening onbereikbaar voor hem is, zal allicht trachten op de wijze der verbeelding ter plaatse te ko*ien, om zoo te zeggen op de vleugelen van den wind. Als vanzelf gaat zijn verlangen uit naar een vreemdsoortig doch zoo mogelijk machtig middel, dat hem op luchtige wijze in het penetrale, in het heiligdom der heiligdommen, als met een tooverslag als 't ware binnenvoert, waar hij voelt niet bij machte te zijn langs echt geestelijken weg zijn doel te bereiken.
„Verlangst du nicht nach einem Besenstiele ? Ich wünschte mir den allerderbsten Bock Auf diesem Weg sind wir noch weit vom Ziele." i) Laat ons naar aanleiding van zulke versregels, welke Goethe Mephisto in den mond legt, voor deze gelegenheid eens bedenken, dat het toch nooit ofte nimmér uitsluitend en alleen de vraag behoeft te zijn, wat wel de dichter te verstaan heeft willen geven, maar dat wij ook eens behooren te overwegen hoe ze, redelijk gelezen, uit te leggen zijn en wat ze voor óns zouden kunnen beteekenen.
Hoogvliegen, letterlijk bedoeld, is nog slechts geestelooze verheffing. Hoogvliegers in en met den geest behooren wij te worden, niet bijgeval hiernamaals, doch nu, want wie het hoogtepunt niet bereikt, is niet in laatsten aanleg echt menschelijk geworden :
Wie hier zich niet verheffen kan,
Is eeuwig een verloren man. 2) Volgens een legende zou in de zesde eeuw onder den Byzantijnscben keizer Justinianus II (685—711), bijgenaamd Rhinotmêtos, d.i. met afgesneden neus, een zekere Theophilus, bestuurder van het bisdom Adana in Cilicië (Klein-Azië) zich bij contract aan den
1) Faust I, Walpurgisnacht.
2) Verg. Goethe's Faust (Walpurgisnacht, deel I) :
,,Wer heute sich nicht heben kann, Ist ewig ein verlorner Mann".