Verslag van de commissie voor de bepaling der waarde van de tot het domein van den lande terug te brengen gedeelten der Pamanoekan- en Tjiasemlanden
75
(5) Het berekend waardebedrag Tan de uitbreidingsgronden zal verminderd dienen te worden met ƒ 350 000.—, zijnde de kosten voor nieuwe irrigatie-werken, welke onmisbaar zijn om 6274 bouw dier gronden in cultuur te kunnen brengen.
(6) Voor zoover op sawahuitbreidingsgronden nog djatibosch voorkomt, zal geëischt dienen te worden, dat dit voor 1 Januari 1921 leeggekapt is. Voorzoover wildhout of api2 er op voorkomt, zal geen extra-vergoeding voor het op die gronden voorkomend hout betaald behoeven te worden.
Weltevreden, 20 September 1917. De Ingenieur der. B.O.W., (w.g.) J. VAN BUUREN.
Naschrift.
Op nader verzoek van den Voorzitter der Commissie stelt o.g. hier nog als zijn meening, dat de levensduur der uitgevoerde irrigatie-werken, bij behoorlijk onderhoud, te stellen is op 75 jaar. Met het oog echter op het feit, dat de werken niet berekend zijn op de eischen van een eenigszins afgelegen toekomst, eischt een veilig bedrijfsbeheer om hun waarde in 25 a 30 jaar af te schrijven.
Weltevreden, 29 September 1917. (w.g.) J. VAN BUUREN.