66
§ 3. Voogdij van een ander dan vader of moeder.
Over de voogdij door den vader of de moeder opgedragen handelen de artt. 409—411.
Ieder der ouders, die de ouderlijke macht of de voogdij over een of meer zijner kinderen zoowel wettige als natuurlijke uitoefent, heeft het recht een voogd over die kinderen te benoemen voor het geval, dat na zijn overlijden de voogdij niet aan den anderen der ouders behoort. Rechtspersonen mogen daartoe niet worden benoemd. x)
De benoeming geschiedt bij uitersten wil of bij uitsluitend daartoe opgemaakte notarieele akte; ook meer personen kunnen benoemd worden, van wie, naar de orde waarin dit is geschied, de later genoemde als voogd optreedt, wanneer de voorgaande ontbreekt.
Zal de benoeming van een voogd eenig effect sorteeren, dan moet diegene der ouders, die de benoeming gedaan heeft, bij zijn overlijden de ouderlijke macht of de voogdij uitoefenen.
Het zou nu kunnen voorkomen dat, ingeval van ontzetting uit de ouderlijke macht of de voogdij van een der ouders dè ander een voogd benoemde. Is dit geschied, en heeft dan, nadat de benoemde voogd als zoodanig is opgetreden, herstel in de ouderlijke macht of de voogdij plaats, dan moet de benoemde voogd voor den herstelden ouder of voogd het veld ruimen.
Ook eindigt de voogdij van den benoemden voogd van rechtswege, indien gedurende de curateele van een der ouders, die op geen andere wijze de ouderlijke macht of de voogdij verloor, de ander een voogd had benoemd en overleden is, zoodra de curateele is opgeheven.
Omtrent de voogdij over erkende natuurlijke kinderen bepaalt de wet, dat indien de benoeming is geschied door den vader of de moeder, die in de voogdij is bevestigd of opnieuw benoemd, deze niet van waarde is, wanneer die niet door den kantonrechter is bekrachtigd. 2)
Over alle minderjarigen, die niet staan onder de ouderlijke macht en in wier voogdij niet reeds op wettige wijze, d. i. van rechtswege of door een benoeming door een der ouders, is voorzien, moet een
') Vergelijk hetgeen opgemerkt is op bldz. 70 en volgende. 2) Zie paragraaf 8 van dit hoofdstuk.