14
Middcnstandsprcmicbouw van „Trio". Afd. Adm. van Ghentstraat
gestrekt. Dat het plein in dat geval ook vergroot zal moeten worden, ligt voor de hand.
Het hart der stad behoeft verbinding met haar invals- en uitvakpoort: het station. Daarom behoorde het tot de eerste opgaven bij het ontwerpen van een plan tot verbetering der verkeerswegen in de binnenstad een goede verbinding te vinden tusschen station en Neude. Bij doorvoering van het uitbreidingsplan zal de spoorweg door geheel Utrecht hoog worden gelegd. In het plan der staatscommissie voor de spoorwegen wordt het station meer naar het Oosten verplaatst. Deze omstandigheid schiep meerdere vrijheid in het behandelen van het daarvoor liggend plein, dat, evenals te Amsterdam, Rotterdam en den Haag, te klein is voor een verkeer, dat meer en meer zal toenemen.
Een gelukkige oplossing wordt verkregen, wanneer bij verplaatsing van het station meer Oostelijk, het oude Administratiegebouw der spoorwegen wordt afgebroken. Er ontstaat dan vanzelf een plein, waarvan het nieuwe administratiegebouw voor een deel de begrenzing vormt.
Dit plein biedt een zeer goede gelegenheid tot het plaatsen van een schouwburg. De thans bestaande, aan het Vreeburg, zal moeten verdwijnen, welk plein geheel wordt beheerscht door het Jaarbeursgebouw. De schouwburg is er misplaatst. Naar een geschikt terrein moest derhalve worden uitgezien. Bouwt men hem hier, dan wordt het stationsplein op goede wijze afgesloten. De nabijheid van het station is voor den schouwburg een voordeel ; zij vergemakkelijkt het bezoek ótr forensen. Intusschen zijn tegen een dergelijke plaatsing van den schouwburg bezwaren gerezen, zoodat naar een andere oplossing moet worden gezocht.
De voorgenomen verplaatsing van het station
Gem. woningbouw nabij het Ondiep
meer Oostelijk schept van zelf een goeden verbindingsweg naar het hart der stad. Het stationsplein, een plein in de lengte, komt te liggen in het verlengde van de Mariaplaats en vormt met deze één breeden toegangsweg.
Van de Mariaplaats moet de verbinding met de Neude worden tot stand gebracht. Groote doorbrakenin het centrum van bestaande steden hebben vele bezwaren. Ze zijn kostbaar, ze tasten het stadsbeeld sterk aan, ze lateirvaak moeilijk te verkavelen en te bebouwen terreinen over. Daarom behoort, waar dit kan, aan verbreeding van bestaande straten de voorkeur te worden gegeven. In het onderhavige geval is dit gedaan door in het ontwerp niet op te nemen de afbraak van het blok huizen tusschen Willemsbrug en Bakkerstraat, maar door verbreeding van Mariastraat en Bakkerstraat, wat ook aan de verbinding van de Mariaplaats met het Vreeburg ten goede komt.
Een der moeilijkste vraagstukken was de behandeling van het kruispunt van Zadelstraat, Servetstraat, Choorstraat en Lijnmarkt. De daar bestaande toestand kan niet blijven. De eenige oplossing is de aan het water gebouwde huizen af te breken. Te verwachten is dat daartegen verzet zal rijzen. Het aardige stadsbeeld is den Utrechtenaren lief. Toch valt tegen afbraak weinig in te brengen. Het bestaande huizenblok mist architectonisch alle waarde, het is slecht onderhouden en kan alleen aanspraak maken op de qualificatie pittoresk. Bij afbraak zal echter het oude karakter der gracht aldaar, zooals deze oorspronkelijk was geprojecteerd en gebouwd, weder voor den dag komen ; men zal zich spoedig kunnen vereenigen met het aldus herwonnen schoon: Een fraai stuk Oude Gracht, bij bouw van een nieuw stadhuis met den toren van dat stadhuis op den achtergrond, zal de winst zijn.
Ook Zadelstraat en Servetstraat behoeven verbreeding. Aan deze moet de uiterste zorg worden besteed ; het schoone stadsbeeld met den hoogen Domtoren in het verschiet der smalle straten, mag geen schade lijden. Wanneer de Seryetstraat zoodanig wordt verbreed dat de toren juist in de as er van komt te staan (wat thans niet het geval is),.