Woningbouwvereeniging „Zuilen". Complex gebouwd in de gemeente Zuilen met steun van de gemeente Utrecht
(immers dit terrein is gelegen tusschen de spoorwegen naar Amsterdam en Rotterdam) een goede verbinding aanwezig zal zijn. Dit terrein is in hoofdzaak bestemd voor groot-industrie. Het ligt gunstig ten aanzien der windrichting. Deze is, zooals bekend is, in hoofdzaak Zuid-West. Slechts een klein gedeelte van het nieuw te bouwen Utrecht zal van rook en stank van dit terrein hebben te lijden.
Het tweede industrieterrein, meer voor kleinindustrie bestemd, is gedacht in het Zuid-Oosten, waar een zijkanaal uit het Merwedekanaal zal ontspringen, dat, tezamen met spoorwegen aansluitend aan de lijnen naar den Bosch en Arnhem, voor goede verbindingen zal zorgen.
Ten behoeve van een goede verbinding van het centrum der stad met het Westen zal de Leidsche Vaart gedeeltelijk moeten worden verlegd en een andere verbinding met de singels moeten verkrijgen dan thans het geval is.
Ook de Vecht zal als waterweg gebezigd blijven, in hoofdzaak voor kleine scheepvaart.
Binnen den eersten ringweg zullen alle spoorwegen hoog worden gebracht, zoodat nergens kruising a niveau zal voorkomen.
De bestaande spoorlijn naar Hilversum zal aansluiting op het hoofdstation verkrijgen. De stations Bütstraat, Maliebaan en Buurtstation met bijbehoorend baanvak worden opgeheven.
De breedte der hoofdverkeerswegen in de nieuwe stad zelf is gedacht op 20 M., daarbuiten op 30 M., de ringwegen zullen 40 M. breed zijn. Over het algemeen zijn thans de straatwegen naar buiten veel te smal. Deze zullen moeten worden verbreed. De Rijkswaterstaat heeft dit ten aanzien van den weg, die door het fort de Bilt heenvoert, reeds gedaan.
In de woonwijken zal de straatbreedte wisselen tusschen 6 en 12 M.
De bebouwing is gesloten gedacht. Pleinen zijn ontworpen, welke de gelegenheid zullen bieden tot plaatsing van openbare gebouwen. In het Noord-
Bouw N. V. „Trio", Admiraal van Ghentstraat. Arch. A. Kool
westen in het bijzonder is daarnaast een niet onbelangrijke oppervlakte gereserveerd voor den aanleg van speelplaatsen, school- en werktuinen en plantsoenen. De aanleg van groote parken is niet uit het oog verloren. In het Zuid-Oosten is een groot park ontworpen aan den Koningsweg, grooter van omvang dan het Haagsche Bosch, waardoorheen de Kromme Rijn zich kronkelt. Meer naar de stad toe, in de onmiddellijke nabijheid van genoemd park zal het sportpark de Groote Kuil worden aangelegd. Ook in het Zuid-Westen, aan de overzijde van het Merwedekanaal, is een park van ruimen omvang, Welgelegen, ontworpen.
DE BINNENSTAD
Toen zich ten aanzien van de uitbreiding van het toekomstig Utrecht de hoofdgedachten hadden gekristalliseerd, de terreinen hun verschillende bestemming hadden verkregen, plaats voor parken was gevonden en de richting der hoofdverkeerswegen, zoo van de stad uit als er om heen, was vastgelegd, rees de vraag welke de gevolgen daarvan voor het bestaande Utrecht zouden moeten zijn. De verkeerswegen, die, van buiten komend, Utrecht naderen, moeten ook binnen de bestaande bebouwing worden doorgevoerd, en wel aldus dat zij het hart der stad kunnen bereiken zonder op stoornissen te stuiten.
Allereerst viel na te gaan welke plaats knooppunt dezer verkeerswegen zou moeten worden. De Neude is daartoe aangewezen. Historisch vormt zij reeds het centrum van Utrecht. Belangrijke wegen leiden erheen; het zal niet moeilijk vallen de andere ontworpen hoofdverbindingswegen er, ten deele over het Vreeburg, door middel van verbreeding van bestaande straten, te doen samenkomen.
De Neude tot het centrale plein van Utrecht te maken, verdient ook daarom aanbeveling, omdat niet alleen het nieuwe Postkantoor reeds aan de Neude werd gebouwd, maar ook het nieuw te bouwen Raadhuis allicht tof daar zal worden uit-