Haematologische onderzoekingen bij het paard, tevens een bijdrage tot de kennis van het normale bloedbeeld bij het australische paard in Nederlandsch Oost-Indië
13
De vermenging geschiedt in een klein wijdmondseh stopfleschje, waarin eerst de zoutoplossing is gebracht en daarna het bloed. De vermenging geschiedt met de bloedafneembuis.
De telkamer woedt daarna op de gebogen buis geplaatst; het bloedmengsel nogmaals geschud, en daarna de telkamer volgezogen.
De hoogte van de telkamer bedraagt 0.66 m.m. Uit een en ander kon Cramer het aantal bloedlichaampjes berekenen.
Het streepje bladtin werd als oriëntatiepunt onder het oculair gebracht en geteld werd door het zich daarin bevindende gaatje.
Een dergelijke telling duurde ongeveer een kwartier, terwijl de fout volgens Cramer 1,6 % bedroeg.
De mengpipet, zooals die tegenwoordig veelal wordt gebruikt, is het eerst beschreven door Malassez, die haar heeft ontleend aan een niet gepubliceerde mededeeling van Potain in 1867. Ter eere van den uitvinder stelde Malassez den naam „Mélangeur Potain" voor.
Zooals algemeen bekend is, bestaat deze mélangeur uit eea dikwandige glazen capillaire buis, waarin zich een verwijding bevindt, met aan weerskanten een merkteeken.
Men vult deze mengpipet met behulp van een slangetje met een ebonieten of glazen mondstuk.
De inhoud van de verwijding bedraagt 100 maal die van de capillaire buis tot het eerste merkteeken.
Als verdunningsvloeistof gebruikte Malassez een oplossing van 5 gram natriumsulfaat en 25 gram glycerine in 100 gram water, De telling volgens Malassez geschiedt in een kleine, Vochtige kamer, die ia het gezichtsveld van den microscoop wordt geplaatst, en met behulp van een gequadrilleerd oculair.
Meerdere methode zijn daarna nog gepubliceerd.
Zoo is nog in 1873 door L. Malassez een telkamer beschreven, de ,,Compte globules è capillaire artificielle".
In 1875 verscheen de methode van Hayem.
Nadat deze den baanbrekers op het gebied der bloedtelling de hun toekomende lof had toegezwaaid, en de op hun methode uitgeoefende critiek had besproken, kwam hij tot de beschrijving van zijn methode.
Hayem construeerde te samen met Nachet een telkamer, bestaande uit een glaslamel met een ronde opening in het midden, welke opening een middellijn had van 1 cm.