234
DE KOORKNAAP
hetgeen zij van verre, op hun teenen staande en met uitgestrekte halzen, over de hoofden der gewapenden heen, door de opening zien konden. Midden op het plein, en recht tegenover de poort, was een stellage opgericht, van welke de aanzienlijke gasten den strijd zouden aanschouwen. De vooruitspringende hoektorens en overige gebouwen, die zich rechts en links bevonden, waren ingericht geworden tot verblijf voor de krijtwaarders, kampvechters en schildknapen en tot stallingen voor hun paarden. In 't midden van het plein had men een kleine, ronde omheining of Tuin gemaakt, van horden samengesteld, laag genoeg om er overheen te stappen en van welke de tuin, op onze oude munten geplaatst, het beste denkbeeld geven kan. Binnen dit eng bestek, hetwelk nauwelijks tien voet middellijn had, moest de strijd plaats hebben, en, volgens een gewone bepaling bij dergelijke kampgevechten, leed hij de nederlaag, die door zijn weerpartij tegen of over de heining gedrongen werd.
Het was ongeveer zeven uur in den morgen, toen de deur van het slot openging en Godfried met den Markgraaf naar buiten trad, door de vrouwen en beider gevolg vergezeld, en zij onder trompetgeschal op hun bestemde zetels plaats namen. In Godfried's oog blonk tevredenheid; want, reeds vroeg in den morgen, had hij door een renbode, dien hij buiten het slot in het geheim gesproken had, de tijding ontvangen, dat zijn benden de Veauwe waren ingetrokken, en dat Tosti, in Saksen geland zijnde, de vijandelijkheden begonnen had. Hendrik daarentegen gevoelde zich verontrust en verlegen; want niettegenstaande hij stellig bevel gegeven had, dat men hem bericht moest komen brengen zoodra zijn gewapenden in de Betuwe waren gekomen, hij had nog geen bode ontvangen en wist niet aan welke redenen dit verzuim moest worden toegeschreven.
Na hem verscheen nu ook de Bisschop, van den Proost van Thorn en zijn gevolg vergezeld. De Kerkvoogd zelf had op dien morgen in de slotkapel de mis gevierd en de heilige naam des Onbevlekten was er aangeroepen, alsof j-hj een welbehagen, kon hebben üi hetgeen hier stond ver-