Van toen en thans

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

48

als er ooit een bestond, is slechts 'n schaduw van den oorlog, welke nu en later in ons woedt, in onze kleine wereld van ruwe hartstochten en groote ongerechtigheden.

Wanneer wij overwinnaars blijven van ons zelf, dan worden wij juist in deze tijden van tegenslag en van treurnis gelouterd, dan passeeren wij die Hel van Dan te, die Hel van ons leven1. Want ons leven behoeft immers niet te eindigen met een Hel en met een Dood van het geluk.

*

* »

Ik moet eindigen.

Kunnen wij kleine menschen alleen op eigen voeten pal staan in den chaos van den wereld-oorlog, in den chaos van 'n oorlog in ons zelf?

Voelen wij niet den grond wegzinken als bij 'n aardscheuring ?

Kennen wij de plaats in den walmuur, waarin ieder onzer als 'n simpele steen gevoegd wordt?

Of zijn wij hoovaardiger dan Absalon, verwaander dan Nero?

Deze tijd heeft ons volk afkeerig gemaakt van het geestelijke en het godsdienstige in den mensch. Omdat in deze tijd de materie en 't materiaal hoofdzaak schijnen en de streving naar verheffing van hart en geweten gesmoord wordt door de tijds- en volksondeugden, welke ik u zoo juist heb aangestipt.

En toch zal de wroeging in ons volksgeweten eenmaal spreken. Indien wij dan door verheffing van onzen geest en vernedering van onze stof reeds tot dat bewustzijn zijn gekomen, dan zullen wij in de toekomstige maatschappij, welke na dezen wereldkrijg een jong-energiek leven begint, ons des te gemakkelijker een plaats weten te heroveren.

Daarom mannen:

Wees geen kwezels en geen lafaards.