volgde, of in hoeverre hij reeds vroeg een eigen stijl en techniek probeerde — van dit alles weten wij niets. Plotseling verschijnt hij in 468 in het Dionysos-theater, als mededinger in den tragischen wedstrijd en met een werk, waarvan niets is overgebleven, overwint hij, onder geweldige sensatie van publiek en jury, den zooveel ouderen Aischylos, die tot dusverre vrijwel onaangevochten het theater had beheerscht. zegevierende Van dit oogenblik af is zijn dichterhjke loopbaan Loopbaan, één bijna ononderbroken zegepraal geweest. Hoewel Aischylos tot zijnen dood toe den eerbied der Atheners heeft behouden, werd toch Sophokles meer en meer de geliefde dichter, die om de zoete vloeiing zijner verzen en de mildheid zijner lyriek de „honigzoete" werd genoemd en tot belooning voor zijne dichterlijke praestaties, evenals eertijds Aischylos, tweemaal den titel van veldheer verwierf. Dat hij ook werkelijk als krijgsman iets beteekend beeft, is twijfelachtig: de titel was voor zijn oeuvre, hem meer een eerbewijs, dan eene functie. Gedurende 60 jaar is hij op de driejaarlijksche Groote Dionysia opgetreden, telkens met drie tragedies en een satyrdrama, zoodat hij, naar berekening, lao a 130 drama's moet hebben voltooid. Bij de meeste dezer wedstrijden beteekende zijn optreden eene overwinning, en de enkele keeren, dat hem de krans ontging, kwam hij toch niet lager dan op de tweede plaats te staan. Ook hij was dichter, componist, choreograaf en regisseur. Als acteur is hij weinig opgetreden : zijne weeke stem het met toe, dat hij andere, dan enkele kleinere, lyrische partijen voor zijne rekening nam.
Als eene merkwaardigheid wordt vermeld zime nederlaag met „Koning Oidipous", waaraan de eerste prijs onthouden werd, waarschijnlijk om de al te schrijnende verschijning, aan het slot, van den door eigen hand van de oogen beroofden held —
164