Handelsrecht voor handelsscholen, studeerenden voor handelswetenschappelijke examens en zelfstudie

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

141

Een lid \ als derde. Geen rechts-

I persoon.

Aansprakelijkheid der Bestuurders.

Aansprakelijkheidder leden.

Erkenning.

Zedelijke lichamen van vóór 1855.

volgen, dan kan de derde wel beslag leggen op de goederen' van de vereeniging, maar niet op die van de bestuurders, noch op die van de leden.

Indien de bestuurders hun opdracht te buiten gaan, is de vereeniging slechts gebonden, voor zoover zij er 1693. door gebaat is of de verboden handeling later heeft goedgekeurd.

Ook een lid kan als derde met den rechtspersoon handelen.

Is de vereeniging geen rechtspersoon, dan zijn de bestuurders aansprakelijk voor de schulden, die zij 12 V. voor de vereeniging hebben aangegaan.

In bovengenoemd geval zou de derde zijn vordering van ƒ 3000 van de bestuurders kunnen vorderen, die op hun beurt, als lasthebbers, weer verhaal zouden hebben op de leden. Er heerscht evenwel groote 13 V. onzekerheid omtrent de rechten en verplichtingen van de bestuurders en de leden van den niet-rechtspersoon.

Zoolang de vereeniging bestaat, heeft ..geen lid het recht, ook niet bij uittreding, een gedeelte der bezittingen 1701. van de vereeniging op te eischen.

Een vereeniging kan alleen als rechtspersoon optreden, als zij als zoodanig door een wet of door 5 v. den Koning is erkend. 6 v.

Rechtspersoonlijkheid voor minder dan dertig jaar verkrijgt zij door de koninklijke goedkeuring van de 5 V.. statuten.

Voor meer dan dertig moet een wet haar die geven, hetgeen in de practijk niet voorkomt. Voor precies dertig jaar bestaat geen wettelijke regeling.

Wijziging der Statuten vereischt weer nadere goed- 8 V. keuring.

De Staat, de provinciën, de gemeenten en de waterschappen zijn ook rechtspersonen, maar hebben geen 5 V. erkenning noodig.

De zedelijke lichamen, ontstaan vóór de wet van 1855, werden tegelijk met hun ontstaan rechtspersoon en 15 V. behielden dat karakter ook na de totstandkoming van die wet.