Een zeeofficier-oranjeman en andere schetsen

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    STILTE EN DOORKOMENDE BRIES

    161

    den mond, naast de kombuis. „Maar van mijn bankje blijf je af!" zegt de kajuitskok.

    De oudste adelborst, die straks „voor dezen keer" uit zijn arrest ontslagen is, heeft de wacht en is bezig met loggen, om te kijken hoeveel het schip loopt.

    Het logplankje is over boord. De lijn loopt door zijn hand.

    „Turn!"

    Het loggiaasje of de zandlooper wordt gekeerd.

    Terwijl de lijn „met vaart" uitloopt, staan de dokter en nog een paar officieren er naar te kijken en wedden: „hoeveel mijl er gelogd zal worden?"

    „Tien!" zegt er een.

    „Acht!" meent een ander.

    „Stop!" roept de man met de zandlooper.

    „Hoeveel is het?" vragen ze allemaal.

    „Acht... en... drie... kwart, meneer!" zegt de adelborst, die „werk heeft" om de lijn te houden.

    „Dat is 'n heel verschil met vanmiddag." zegt de dokter, die nog denkt aan de kurk, die zoo vervelend vlak bij het schip bleef drijven.

    Te loevert loopen de kolonel en de le officier de kampagne op en neer. De kolonel praat over zijn oudsten jongen. ,/t Is zoo'n aardige jongen, meneer!" „Hoe oud is hij, kolonel?"

    „Wel, aanstaanden Woensdag wordt hij dertien jaar. 't Volgend jaar moet hij examen doen." „Voor adelborst?"

    „Zeker! Voor adelborst; bij zal bij de marine. Wel meneer, wat Zijn er niet mooie momenten in je leven. Kijk me nu eens aan! Kijk me dat schip er nu eens met 'n vaart door heen schuiven, 't is alsof het er zelf plezier in heeft. Kijk nu die bramzeils en die lijzeils, wat staat alles mooi vol! Leg je hand eens tegen dien hjzeubuitenschoot, dan voel je dat alles trilt... Voel maar... het trilt!"

    Meneer Oosdandt, de jongste officier, zit nu met den dokter te loevert op het kommandeertrapje.

    Weeuméus Büning: Bloemlezing. U