Inleiding in de symboliek der Vrijmetselarij op godsdienst-historische grondslag

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.

Dit kan twee oorzaken hebben:

  • De publicatie is nog niet beschikbaar in Delpher, maar zal dat binnenkort wel zijn.

  • Er is een tijdelijke storing met het laden van de afbeelding.

  • Probeer het later opnieuw.

    Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

    diensten, worden verricht bij de geboorte van een kind, zijn overgang tot den mannelijken leeftijd, het huwelijk, de opname in een godsdienstige gemeenschap, den dood enz. x).

    Bij dit alles dient men het begrip ,,godsdienstige handeling" in ruimen zin op te vatten. Men rekent het uitspreken van gebeden, het zeggen van gewijde woorden en het zingen van gewijde liederen ook daartoe.

    Vrijwel nimmer echter treft men de opvatting aan, dat een ritus bestaat uit handelingen met een zuiver ethische strekking. Zoodra wij het woord ritus gebruiken bevinden wij ons dus op het terrein van den godsdienst of van de magie. Handelingen, die niet van godsdienstigen of magischen aard zijn, duidt men meestal met den naam van ceremonieel aan.

    Het verrichten van godsdienstige handelingen door den mensch alleen of in gemeenschap met anderen bestempelt men met den naam van eeredienst. Een regelmatige herhaling van die godsdienstige handelingen leidt op den duur tot vaste gewoonten en gebruiken, van welke mensch of menschengroep niet licht meer afstand doen. Dikwijls worden die regelmaat en vastheid bevorderd door een autoriteit of instelling die regelend gaat optreden en voorschriften geeft, of zijn ze het gevolg van het feit dat mensch en menschengroep onwillekeurig vasthouden aan geloofsovertuigingen of overleveringen, die voorschrijven dat de handelingen op een bepaalde wijze moeten worden verricht en niet anders. Aan deze geregelde eerediensten geeft men den naam van liturgieën of culten, waarbij valt op te merken dat men met het woord „cultus" vaak meer een antieken eeredienst aanduidt. Daar er in vele eerediensten godsdienstige handelingen worden verricht, bezigt men in de litteratuur vaak de woorden „ritus" en „cultus" door elkaar; ze vertegenwoordigen dan ook begrippen die niet te scheiden zijn. Toch beteekenen ze niet precies hetzelfde. De eeredienst, de cultus, kan alle en allerlei soorten van godsdienstige handelingen omvatten. Zoodra wij het woord „cultus" gebruiken, denken wij vaak meer aan den eeredienst in zijn geheel en aan het wezen en den inhoud van den eeredienst. In het begrip „ritus" daarentegen, wordt meer de nadruk gelegd op de handelingen zelf of op die bij een bepaald onderdeel van den eeredienst. Dit kan, zooals wij reeds betoogden, zelfs zoover gaan, dat men bij het gebruik van het woord „ritus" vrijwel uitsluitend denkt aan de vormen waarin de eeredienst tot uitdrukking komt. Hoe dit ook zij, het maakt 't ons weer duidelijker, dat „cultus" en „ritus" niet van elkaai zijn te scheiden en onverbrekelijk bij elkaar behooren, omdat vorm en wezen van iets nooit te scheiden zijn. Daarom zijn „ritus" en „cultus" als twee onscheidbare begrippen met elkaar verbonden en een ritus zonder eeredienst en geloofsovertuiging waarop l) A. van Gennep: Les rites de passage. Paris 1909.