Algemeen Handelsblad

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

NIEUWE UITGAVEN

Bü W. X Thieme & Cic te Zutfen is verschenen: „Friesche Sagen" door J. P. Wiersma, met hout**np._pm va_n Nie. J. B. Bulder. BU L.Tveen's Uitg. Mij. N. V. te Amsterdam: „De periodieke onvruchtbaarheid en haar beteekenis voor de regeling van het kimdertal door C. van Ernde Boas, met voorwoord van B. Jr"rem. "6la" „Indisch Dierenleven". No 3T in de Libellen-serie van Bosch & Keuning te Baarn heeft betrekking op het „Indisch Dierenleven" T. van Benthem Jutting deelt daarover een aantal bijzonderheden mede. De belangstelling voor de dierenwereld van Insulindé dateert al van den tijd der O. I. Compagnie, toen de oude zeevaarders op hun thuisreis exotische vogels, wonderlijke vlinders, schelpen en koralen meebrachten. De schrijver vertelt van de wonderen der koraaleilanden, van de tropische vogels, van de dieren in en bij huis, waarander ook voor den mensch gevaarlilke slangen, tegen welker beet het instituut Pasteur te Bandoeng sera bereidt. De zoogdieren iin het oerbosch zijn voorts besproken MB aangezien meermalen 's Lands Plantentuin was vermeld, zijn eenige woorden aan het ontstaan van die stichting gewijd. Het slothoofdstukje betreft de geografische verspreiding der dieren. „Onze Taaltuin . Prof. Overdiep begint een artikel over de taal van het zeedorp Katwijk met een herinnering aan een vroegere uitlating waarin hij constateerde, dat te weinig waarde wordt gehecht aan de exacte beschrijving van het Zuid-Hollandsch. Een tekort, dat temeer in het oog valt, nu men in breeder kring gaat twijfelen aan het recht van suprematie van het Zuid-Hollandsch, „spraakgebruik bü de regeling van de „beschaafde" schrijf taalvormen. „Het Woordenboek der Nederlandsche Taal heeft, gelijk bekend, van oudsher een voorkeur voor de Hollandsche volkstaal als „de volkstaal" bij uitnemendheid, zoodat de woorden van déze dialaot.n een veel ruimere plaats innemen dan. die van nlle andere Nederlandsche dialecten te .amen. t* Zuid-Nederlandsehe uitp-fzonrle-ri. T)er,-i ppn7.M"':plieid heeft al te weinig de critiek der Neerlandici ondergaan, en anderzijds is de wijze van woordbespreking, het lexicologisch èn semantisch stelsel van het Woordenboek niet in staat, het tekort aan belangstelling voor het Zuid-Hollandsch by de „grammatici" te vergoeden. Het is dan ook zonder twijfel gewettigd, in „Onze Taaltuin" een en ander mede te deelen over het ta.aleigen van de Katwu'ksche visschers, in aansluiting' by den „tekst" en de beschouwing over haar bijzondere negatievormen in Janrcang 11, IR en 44."

Prof. van Oinneken schrijft over den oud- Nederlandschen „Umlaut" en de mouilleering. A. Wijnen geeft het begin van een artikel over de zintulgelijke gewaarwordingen bij de Israëlieten in onze letterkunde. Hi.i onderzocht naar hun menigvuldigheid, de gezichts- en gehoorsindrukken, de reuk- en smaakgewaarwordingen bj) verschillende auteurs in hun werken.