HH ABN Bank ™
Collectie
Permanente URL
- Gebruiksvoorwaarden
-
Auteursrechtelijk beschermd. Op dit object rust auteursrecht.
- Krantentitel
- Amigoe
- Datum
- 12-05-1990
- Editie
- Dag
- Uitgever
- Amigoe
- Plaats van uitgave
- Curaçao
- PPN
- 863860281
- Verschijningsperiode
- 1976
- Periode gedigitaliseerd
- 1976-1994
- Verspreidingsgebied
- Nederlandse Antillen
- Herkomst
- KB C 251
- Nummer
- 107
- Jaargang
- 107
- Toegevoegd in Delpher
- 20-11-2013
Er is helaas een probleem met het ophalen van de afbeelding.
Dit kan twee oorzaken hebben:
Probeer het later opnieuw.
Advertentie
JEUGDLITERATUUR
Allereerst zien we dan een voornamelijk Nederlandstalige jeugdliteratuur, die vanaf 1984 een zestal werken van vier auteurs oplezouden gekarakteriseerd kunnen worden als gelegenheidspoëzie. Philomena Wong's NA CAMINDA PA INDEPENDENCE (1986) geeft een dichterlijk vrije en kritische visie op enkele fasen uit de Arubaanse geschiedenis en vooral het streven naar en bereiken van de Status Aparte (zie Amigoe van 13 oktober 1986).
Lolita E. Euson's Engelstalige SWEET PRAISES (1988) bevat poëzie voor zulke diverse gelegenheden als geboorten en verjaardagen, huwelijk en rouw, John F. Kennedy's dood en het Nederlandse koningshuis. De dichteres — moeder van de bekende zanger Julio Euson
— bezingt haar geboorteeiland Sint Eustatius en haar nieuwe thuis dat ze op Aruba vond. Al haar werk is doortrokken van een diepgodsdienstig besef:
'... whetter a poem for celebration, or a poem of comfort to those in grief, I have never written a poem where in the name of the Lord is not mentioned...'
Omdat Euson bijna wekelijks een gedicht naar het Arubaanse blad THE LOCAL stuurde, werd ze de spreekbuis van een gemeenschap die haar werk waardeerde in kleine kring; en doordat ze de 'Golden Poet Award for 1988' in Sacramento, California won, blijkt haar werk ook buiten haar eiland gewaardeerd te worden:
My poems are not written to bring me fame,
For I have not done a thing, But bring out the talent that
Hubert Booi: „auteurs hebben te weinig tijd"
verde: Desiree Correa, Josette Daal, Frances Kelly en Richard Piternella, die al zodanig zijn 'ingeburgerd' dat diverse al hoog scoren op de eindexamenlijsten van het Colegio Arubano, in 1987 uitvoerige aandacht kregen in een tijdschrift-special DE CARAE3ISCHE VERBEELDING AAN DE MACHT, en einde 1989 in de tweede druk van Pim Heuvel & Freek van Wel's MET EIGEN STEM. Dit succes is te danken aan de samenwerkingsformule van de in Antilliaanse jeugdliteratuur gespecialiseerde Nederlandse jeugdboekenuitgeverij Leopold en haar aanvankelijke Arubaanse 'dochter-uitgeverij Charuba.
Nadat die samenwerking wegens tegenvallende verkoopresultaten werd verbroken, ging Charuba zelfstandig verder en dat leverde een ontwikkeling op een tweede front op, dat van voornamelijk Papiamentstalige uitgaven voor volwassenen, waarvan ik hier aandacht aan enkele literaire publicaties wil geven.
GELEGENHEIDSPOËZIE
Sinds 1986 publiceerde Charuba een half dozijn literaire werken, naar taal geordend vier in het Papiamento, een in het Engels en één viertalig; en naar genre gerangschikt, vijf bundels poëzie en een toneelstuk. Twee ervan Jesus gave me, And for whom, Sweet praises I'll sing.
I hope that each word that I've written,
May bring joy and comfort to all,
And show to all that Jesus is near,
to help those who on Him shall call.
EIGEN INNERLIJK
Zijn de twee hierboven genoemde bundels dus op uiterlijke aspecten gericht, twee dichteressen die reageren op de omgeving en vormgeven aan dat directe omgevingsgebeuren, omgekeerd is het werk van enkele dichters die eerst en vooral op het eigen innerlijk voelen en beleven gericht zijn, waarbij de context slechts aanleiding is om persoonlijke emoties te kunnen uiten.
De titel LUZ V SOMBRA (1987) van Ruben Odor geeft exact de dualiteit weer, die uit veel van de gedichten spreekt: licht en schaduw, vrolijkheid en somberheid, liefde en verdriet, verering en kritiek. Deze tegenstellingen komen in de gedichten zélf voor, maar ook in de bundel in zn totaliteit. Dat geeft bij een aantal gedichten innerlijke kracht, bij andere vormelijke onevenwichtigheid tot gevolg. Naast afstandelijk speels- relativerende ironie vind ik de kritiekloze ernst van een partijganger. Dat de dichter deze tegenstellingen in zichzelf (her)kent blijkt wel uit zijn programmatische openingsgedicht 'Luz y sombra' en uit het speelse; 'Tin ora mi ta sinti gana di ranca mi eurozon, pone den cualkier poema y entregabo eu pasion. pero mes ora mi ta pensa; pakico mustrabo tanto amor, si talbez vn dia, manan acaso bo por bay y lagami eu dolor, mihor mi ofrecebo vn poesia eu ta refleja bo splendor, un verso colma di alegria y sin mencionabo mi amor. De kritische houding ten opzichte van de wereld, maar ook het eigen 'ik en het eigen poëtische werk maakt voor mij de aantrekkingskracht van deze bundel uit. Liever het aarzelende gebrek aan evenwicht dan een zelfverzekerde gebalanceerde, onpersoonlijke gladheid. De gedichten in het viertalige FLOR DI SANGER (1987) van Pancho Geerman munten uit door kortheid en beknoptheid. Ze moeten dan ook, zoals alle poëzie trouwens, woord voor woord, vers voor vers gelezen worden. De gedichten verbergen veel en laten veel ongezegd, maar als je erin probeert door te dringen, vertellen ze van een dualisme tussen 'ik en wereld, dat om verzoening vraagt.
Het innerlijk Van de dichter vraagt om zelfbevestiging, maar de omgeving vormt een beletsel. De dichter heeft kritiek op zijn medemens maar weet drommels goed dat hij diezelfde kritiek ook op zichzelf moet betrekken, omdat ze feitelijk op hemzelf terugslaat. Poëzie als spiegel van het innerlijk, en poëzie om zich tegen een vijandelijke wereld te wapenen om sterk te kunnen zijn als individu. Gedichten die soms opbloeien', maar soms ook getuigen van de strijd van de dichter met zijn materiaal (het verwoorden van gevoelens) en dat vorm te geven. 'Caminando por el mundo Sm rumbo fijo Vagando pasa la via. La tierra me traga me rechaza al mismo instante Las cadenas son perpétuas.
i Conformar? iLuchar? gSeguir viviendo? iMedio muerto?'
LITERAIR eood van bubaans nationlisme Literair werk op Aruba hoofdzakelijk gedichten
= door Wim Rutgers = ALS FRANK MARTINUS eind 1966, in het kader van 2ljn opdracht om een bibliografie van het Papiamentu samen te stellen, aan het Arubaanse Hoofd van het Bureau Cultuur en Opvoeding een lijst met Arubaanse auteurs vraagt, blijkt dat er op dat moment, volgens het antwoord van directeur Hubert Booi, niet meer dan twee auteurs zijn die een eigen boek gepubliceerd hebben. Volgens de Sticusa-bibliografie is dat overigens niet helemaal waar, want ik kwam op het lijstje met zon dozijn namen toch vier auteurs tegen die vóór 1966 al gepubliceerd hadden, maar Federico Oduber gaf zijn bundel poëzie BESEFFEND in het Nederlands uit,
Er was dus medio jaren «*hg maar weinig. Hubert booi voelt zich genoodzaakt uit te leggen waarom Aru°aanse auteurs weliswaar red V 6n' maar om diverse i rrfen nooit publiceren: ze "ebben weinig tijd, het werk nog niet geordend> het j et nog gecorrigeerd wor, , schrijven is niet meer Jan een hobby... nc.7Ïerre Lauffer's DI NOS Au w°rdt een negental auteurs opgeno- TJfJ1' van wie tussen 1966 en iy'l alleen Henry Habibe een dichtbundel op zijn naam heeft gebracht, name-I'jk AURORA in 1968.
w COSECHA ,™, niaken een sprong in de «Jd. In de C.C.A.-bundel COSECHA ARUBIANO (1983) werden 36 Arubaanse schrijvers opgenomen, onder wie een handvol debutanten, niaar van wie anderzijds oijna de helft op dat moment °°k een of meer werken zelfstandig gepubliceerd hebben, y elkaar een veertig nummers.
jn mijn kleine opsomming at te rondnen... Het Bureau en Opvoeding vervaardigde rond diezelfde tijd «en uitgebreide lijst met niet minder dan 68 auteursnamen, en bovendien bezat het "et voor de tijd van zn ophefe g aan het einde van 1985, n verzameling mappen 75 AnuWerk van meer dan , Arubaanse auteurs werd Weliswaar van ongeen£ i helft alleen maar ten' lncidentele gedichhelft mSar Van de andere Ün zodanige verzame- DiiKi- een afzonderlijke £««Micatie op basis van kwann^ mogelijk zou zijn; maar nagenoeg niemand van al WamV_rïa_melde auteurs eavp 0t bundeling en uit- H e van zn manuscripten. over£e/gopva,lenddathet mSf °te deel van al die PoëSnagenoeSuitsluitend haEf be^at; het aa"tal ver- Rerin 1S daarbiJ vergeleken SB, r°mans in manus" «KSTw^ zelfs adem erk van langer opÏÏffwordt «"een bereikt ?!t reel_! W r het Bureau Culder fjlo^*»» in de loop mcldJ nn heel wat verza geari, Veze/yn vertaald en °nSnccfrd afn de eigen BorS Vmgens!tuatie,ofook UiSon/lg?neeL °P enkele Erne"tdenSgen na- zoals HuS0RnRoSenStand en oert B°oi, is men ook bij dit genre niet aan publiceren van de tekst toegekomen.
In 1986 is deze uitgebreide verzameling van het Bureau Cultuur en Opvoeding verhuisd naar de Biblioteca Nacional Aruba, waar ze als de 'Collectie Ito Tromp' apart bewaard wordt in de 'Arubiana/Caribiana' en voor onderzoek beschikbaar
Maar terug naar de publicaties. Vanaf de jaren tachtig heeft er in de Arubaanse literatuur een relatief snelle ontwikkeling plaatsgevonden op drie fronten tegelijk.
HEIMWEE
Een derde expressie-wijze van het eigen 'ik' vind ik bij de zorgvuldig gecombineerde bundel van Denis Henriquez, KAS PABOW (1988). In vijf afdelingen met respectievelijk vijf, vijf, drie, zes en vier gedichten lezen we de visie van de dichter op het eigen verleden, en zijn geboorteeiland, nu hij al zo lang niet meer daar woont. De onvrede met het bestaan hier en nu, het heimwee wordt bedwongen door het beurtelings in een vertelling te objectiveren, door het mild te ironiseren of door het domweg in een kort gedicht vorm te geven.
De huidige onvrede wordt in de vierde afdeling in zes heel korte gedichten zo direct verwoord, het verlangen in de langere gedichten op meer anecdotische wijze.
Evenals bij Pancho Geerman blijven bij Denis Henriquez de brokstukken van woorden en ideeën direct zichtbaar in de korte gedichten; de langere werkt hij achter uit tot ze een sterk allitererende ritmische en melodieusvloeiende vorm gekregen hebben. 'La pensee console de tout (Chamfort) Bon ta korda, mucha malkria, kon ba kore meimei dje matanan di rosa den kurd? Kon ba bringa bandidonan di bjento, hunga tipo
ku skopèt di klapchi? gedichten voor de posthume uitgave NA MI ARUBA (1986). Tijdens zijn wegens polio aan een rolstoel gebonden leven leerde deze autodidact zich enkele talen aan en publiceerde hij vertaald en oorspronkelijk werk in La Cruz en La Union. Zijn gedichten gaan over liefde voor het eiland, de taal, de natuur, familie en dood. Uit de bundel blijkt de traditionele dichter die eerder een
FEDERICO ODUBER bundel poëzie 'Beseffend'....
Moeder en zoon schreven elkaar gedichten en brieven
Kon e dianan a kore.. Kon e dianan a bail E kas a kai; e kajanan a kambia; bo mes; manerun pagra perdi den bjento di destino.
P'esei korda, mucha grandi, mucha kens; kob'un kweba den bo pensamento pa porfin bo sosegd.'
EIGEN BEHEER
Het derde 'front' waarover ik sprak, wordt gevormd door een aantal uitgaven in eigen beheer. Daarbij valt een in eenvoudige stencilvorm gepubliceerde poëzie- en verhalenbundel van O. Santaner te melden. In het verleden kenden we wel schrijvende Arubaanse studenten in het buitenland, maar gaat er nu een 'emigrantenliteratuur' ontstaan van Arubanen die in Nederland wonen? Santaner's SONO DI MARDUGA (1989) is in Roermond geschreven en gepubliceerd. Het bevat enkele gedichten over het zich niet thuisvoelen in Nederland, maar de meeste behandelen de natuur, geografische aspecten en de planten en dierenwereld, met een sterke hang naar het Arubaanse traditionele, maar definitief verloren gegane verleden. Waar de echte emigrantenliteratuur overwegend gaat over de aanpassingsproblematieken in het nieuwe land van inwoning, zien we dat zowel Denis Henriquez als O. Santaner daar nog nauwelijks toe behoren. Hun blik is nog steeds meer gericht op het moederland dan op de thematiek van de nieuwe omgeving. Dit in tegenstelling tot bijvoorbeeld diverse Surinaamse auteurs, bij wie deze emigrantenproblematiek zon grote rol speelt dat Surinaamse literatuur bij hen tot Nederlandse minderhedenliteratuur lijkt te worden. Uit de vele nagelaten dichten prozawerken van Tomas Figaroa (1919-1984) koos zijn familie een klein aantal 'dichterlijke natuur dan een oorspronkelijk dichter was. Een gunstige uitzondering vind ik het mooi-ritmische 'Si Bo debe John. In tegenstelling tot de in regelmatige strofen en vaste rijmschema's gebonden poëzie van Tomas Figaroa en O. Santaner schrijft Ana Krozendijk De Cuba in haar bundel CASITA DI FARO (1989) over het algemeen lange, veel vrijere verzen zonder strofenindeling, die slechts rijmen als het zo uitkomt. Haar lange gedichten vertegenwoordigen zo een parlando-achtige moderne vorm, maar de gevoelens die erin vertolkt worden zijn heel traditionele gelegenheidsverzen: veel familie, natuur en vooral Aruba-liefde, waarmee ze zich eveneens schaart in de rij van dichterlijke naturen die bij gelegenheid hun gevoelens aan het geduldige papier toevertrouwen.
'CORRESPONDENTIE' In september 1987 presenteerde jeugdboekenauteur Richard Piternella een posthume poëziebundel van zijn moeder Viola S. Piternella, DULCE MENTIRA. Moeder en zoon schreven elkaar brieven en stuurden gedichten toen Richard in het buitenland studeerde, welke 'correspondentie' de zoon twee jaar na de dood van zijn moeder een aantal Spaanse en Papiamentse gedichten koos die hij in eigen beheer uitgaf (zie Amigoe 14 september 1987). Mi kier stima vn persona manera bo. Un cariho eu no ta caba comprension eu semper t'ey vn sentimento profundo di amor eu lomara nos na otro.
PROZA
Ter gelegenheid van Kerstfeest 1988 gaf Digna Laclé- Herrera een bundel met een Kerstverhaal en gedichten, puzzels en kleurplaatjes uit onder de titel BON PASCU. Frank Williams' REGALO DI FANTASIA (1989) tenslotte bevat een achttal verhalen die in lengte variëren van twee tot zeventien pagina's. Inhoudelijk gaan ze over zo verschillende zaken als beschrijvingen van de natuur, zowel in haar liefelijke schoonheid als hardheid, de mens in zn aandacht voor en verhouding tot die natuur in zijn directe leefomgeving, en een terugkijken op de jeugd. De verteller heeft vaak behoefte om wat hij weergeeft nadrukkelijk van moraliserend commentaar te voorzien, waarbij hij zich direct tot de lezer wendt. De verhalen vragen een rustige lezing want ze zijn zorgvuldig opgebouwd, zowel in de details van de zinsbouw als in hun totaalstructuur. De vormgeving van al deze elementen van natuur, eigen jeugd en milieu, komt in deze 'stories of childhood' mooi samen in het langste verhaal aan het slot, 'E pali kenepa'. Frank Williams is in zijn verhalen geen programmatisch maatschappijkritische vertolker van nationalistische of politieke ideeën, maar hij beschrijft op zorgvuldige wijze een individueel hoofdpersonage in zijn persoonlijke ideeënwereld en ontwikkeling.
CONCLUSIE
Op 12 juli 1984 constateerde Jos de Roo in het Nederlandse dagblad Trouw een gezond Arubaans nationalisme, dat zich onder andere uitte in een zich ontwikkelende eigen literatuur. Hij had in zoverre gelijk dat het 'gezond' is, voorzover dat 'nationalisme' het clichématige chauvinisme van de 'woordvoerders' achter zich durft te laten en zich kritischpersoonlijk uit.
Zoals we zagen voelen dichters zich nogal eens de spreekbuis van anderen. Zo gaan ze zich in allerlei vormen van traditionele gelegenheidspoëzie te buiten aan eng-nationalistisch chauvinisme. Dat levert niet de beste poëzie op in mijn ogen. Beter vind ik de persoonlijke weergave van eigen ideeën, want die is individueel, eerlijker qua inleving en oorspronkelijker, tégen het clichématige gemak. Dit persoonlijke element vind ik bemoedigend voor de eigen ontwikkeling, ook al omdat het voornamelijk door een jongere auteursgeneratie vertolkt wordt. Laten we de getallen nog een keer laten spreken. In 1983 constateerden we een vijftien auteurs die een eigen publicatie in boekvorm op hun naam hadden staan. Vanaf 1984 zijn daar zes jeugdboeken door vier auteurs, zes literaire uitgaven van Charuba door vijf auteurs, en zeven werken in eigen beheer van zes auteurs bijgekomen. Die boeken vormen samen, de korte tijdsperiode in verhouding met het voorafgaande in aanmerking nemend, in elk geval een kwantitatieve toename, met (zoals we zagen) sterk wisselende kwaliteit.
Jeugdliteratuur; Desiree Correa; Mosa's eiland (1984) Josette Daal: Warwind (1985) Frances Kelly: Wi-ki-ki-ri-kiki (1986) Richard Piternella: Niet huilen bij de zee (1987). Charuba: Lolita E. Euson: Sweet praises... (1988) Pancho Geerman: Flor di Sanger (1987) Denis Henriquez: Kas Pabow (1988) Denis Henriquez: E Soho di Alicia (1988) Ruben Odor: Luz y sombra (1987) Philomena Wong: Na caminda pa independencia (1986).