Register op de leenen der bannerheerlijkheid Baer. En der heerlijkheid Lathum

  • Kopieer en plak deze bronvermelding in je document

Onderstaande tekst is niet 100% betrouwbaar

10

Carl van Nuwenair na leenpróces contra Conraet van der Vecht als hnlder en momber van Claes Morren1) vermits zgn recht van wederlosse aan den voors. hof, 22 Februari 1575.

Lijffert van Beringen ten behoeve van Harmen van Nuwenair, oninondigen zoon zijner zuster, vermits doode van diens vader Carl van Nuwenair, 7 December 1579.

Everardt Everwijn, rentmeester der stad Arnhem, als gemachtigde van Johanna van Wy 1 i ch, weduwe van Beringen, den hoff thoe Eyeke met achthien und twee und twintich groissen landts gelegen in den ampte van Doirnspyck, in den kerspel van Oostorwolde, in der buerschap van der Eyck, vermits overigden van haar neef, zaligen Herman van Nenwenaer, haar aanbestorven, 25 Maart 1587.

Jr. Arnoldt van Eandtwyck, ritmeester, transporteert dit leen aan

Jr. Butger van Bandtwyck tot Bemmel, zgn neef, ritmeester van een comp. cuirassiers, die daarmede is beleend; Johan Dibbets, burgemeester van Arnhem en leengriffier in Gelderland, is gemachtigde8) en hulder, 8 Maart 1642.

Maria T o r c k, vrouwe van Neder-Hemert, weduwe van Butger van Eandtwyck, heer tot Neder-Hemert, als moeder van haar postumen en onmondigen zoon Butger van Eandtwyck beleend, onverminderd haar Igftncht; Johan Francken, rentmeester, is haar gemachtigde en hulder, 30 Jannari 1647.

Margareta van Gendt als erfgenaam haars vaders Cornelis van Gendt, heer van Loenen, beleend, 6 September 1684. Tjaard van Alve8) tot Alve, haar man, doet hulde.

Cornelis van Aylva tot Higtum als oudste zoon van wglen Margaretha van Gent, weduwe van Tjaard van Aylva, beleend, 28 Mei 1743.

Carl Casimir van Wittenhorst-Sonsfelt laat approbeeren zgn besloten testament ten aanzien van zgne administratie over den boedel van wglen Sophia Maria van Gent, 23 Juni 1768.

Afgespleten van 24. 24 § 1.

22 ossegresses land, herkom ende uit den hof van Eeckt

by der Elborch.

Gerrit van Spuide Garritss de jonghe, als momber van Jacob van Spuide, zgn moeder, 1 Februari 1514.

Afgespleten van 24. 24 § 2.

Het huis en verder getimmer met de hoven in 't Oosterdorp te Doornspyk; voorts 28 gresen hooyland in het Eeker mark, in den ampte van Doornspyk in Ooster wol de

*) In deze akte staat „Claes Horren, nu Egbert genoempt".

'} Uit de akte blijkt, dat de transportant inmiddels is overleden en dat het leen alsnog door Hechteld en Anna Hargareta van Randtwyck, resp. zuster en dochter van den overledene, wordt getransporteerd.

*) Aylva.